De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Sommen met berekening en volegorde bij uitkomsten

 Dit is een reactie op vraag 39463 
Best meneer,

Bedankt voor uw antwoord. Ik heb er veel aan. Zeker van die vraag van de alfabetische sommetjes. (Die laatste dus.) Sorry dat ik zoveel vragen intypte, maar ik had dit nagekeken op school, maar er stond telkens bij die sommen een heel raar antwoord, maar ik wist toch wel bijna zeker dat dat van mij niet fout was. Daarom gaf ik dus zoveel sommetjes op. Nu heb ik ten slotte toch nog een vraagje.

Als je namelijk de oppervlakte en de omtrek van een of andere rechthoek moet weten. En je hebt deze gegevens. Hoe doe je dat dan. En wat is de uitkomst daarvan:

Je hebt dus een rechthoek.

zijde 1= a+5
zijde 2= 8

Moet je dan voor de oppervlakte a+5·8 doen. En is dat dan a+40??? In het nakijkboekje stond namelijk 40+8a. Maar ik snap dus niet wat daarmee bedoelt wordt.
De omtrek is bij deze som wel duidelijk namelijk a+5+8+a+5+8= 26+2a.

Groetjes en alvast bedankt,
Bert.

ps. Als je 12x6=4x3·... hebt. Kan dat dan ook 12x6=4x3·3·3 zijn?

Weer graag snel een antwoord!!!!!!!!!!

Bert
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - dinsdag 21 juni 2005

Antwoord

Beste Bert,

Helpen doen we hier graag maar het heeft weinig zin om te vragen naar een "heel snel antwoord" gevolgd door een hoop uitroepingstekens. Soms moeten zo'n ongeduldige vragenstellers net het langst wachten, dus laat dat maar achterwege

De oppervlakte van een rechthoek is steeds het product van lengte en breedte. Wanneer deze gegeven zijn moet je ze dus inderdaad enkel vermenigvuldigen, let wel op haakjes!. 'a+5*8' is namelijk niet hetzelfde als '(a+5)*8', en die laatste is de juiste. Je moet de hele lengte vermenigvuldigen met de hele breedte, je krijgt dus: oppervlakte = (a+5)*8 = 8a + 40.
De omtrek klopt, dat is natuurlijk twee keer elke zijde en dan optellen.

4x3*3*3 = 36x3 en dat is niet 12x6 dus dat klopt niet. De cijfers moeten kloppen (coëfficiënt) en de macht van x, dus 12x6 = 4x3 * 3x3

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 21 juni 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3