De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Reageren...Re: IntegratietechniekenIk moest het werpen met 2 munten nabootsen en daarmee de kans schatten op 2 keer kop. Ik heb daarvoor 3 toevalsgetallen gebruikt, namelijk 0 voor 2x kop, 1 voor 2x munt en 2 voor 1x kop en 1x munt. Ik heb in mijn grafische rekenmachine toen ingevoerd randint(0,2,100)- L1 en toen kreeg ik 100 getallen (1 2 2 0 0... ) toen had ik ingetypt sum(L1=0) en kreeg ik als antwoord 35. Dit heb ik een aantal keer uitgevoerd, en daar verschillende getallen uitgekregen. Maar ik weet nu niet zeker of het allemaal wel goed gaat, of ik het zo goed doe, en zo ja hoe moet ik dan komen aan die relatieve frequentie? Dan moet ik tog gwoon het gemiddelde nemen van die getallen? AntwoordHoi, Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt! |