De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Formules

Ik moet bewijzen/laten zien dat

z = esin(x) · cos(y)

gelijk is aan:

(cos(y)/cos(x))·(z/x) - (sin(y)/sin(x))·(z/y) = z

Ik dacht om de ketting regel te gebruiken:

(z/t) = (z/x)(x/t) + (z/y)(y/t)

Maar ik kom er niet op uit, waar de cos, sin en min-teken vandaan komt snap ik. Maar niet hoe het komt dat
(cos(y)/cos(x)) en (sin(y)/sin(x)) ik dacht dat het (cos(y)·cos(x)) en (sin(y)·sin(x)) moet zijn toch?

Antwoord

z/x = esin(x).cos(y).cos(y).cos(x)
Je dient hier cos(y) als constante te behandelen en het laatste stukje van de partiële afgeleide is dan de afgeleide (naar x) van de oorspronkelijke exponent.
Als je het lastig vindt, vraag je dan maar eens af wat de afgeleide is van
bijvoorbeeld e6.sin(x).
Wanneer je nu deze uitdrukking voor z/x vermenigvuldigt met
cos(y)/cos(x), dan hou je cos2(y).z over.

Met z/y = esin(x).cos(y).-sin(y).sin(x) handel je op gelijke wijze. Het minteken is overigens veroorzaakt door de afgeleide (naar y) van cos(y). Hier wordt sin(x) als constante gezien.
Na vermenigvuldiging met sin(y)/sin(x) en aftrekking van de beide deelresultaten krijg je op grond van de stelling sin(y) + cos2(y) = 1 het gewenste resultaat z te zien.

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Formules
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:18-5-2024