De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Eindexamenopgaven

Er is dus sprake van een gelijkbenige driehoek. Hoek A en Hoek C liggen beide op de grond. Hoek B is dus in mijn belevingswereld de hoek op de top van de driehoek (in de nok van het dak).
Gelijk is gelijk : 2x 50 = 100 180 -/- 100 = 80. Hoek B is dus 80- graden. Als ik een loodlijn neerlaat, dan zou hoek B' dus 40 graden zijn.

Ik heb dus nodig de loodlijn uit hoek B, en kwam toen met veel gegoochel op 13,32 m. Maar is dat goed?

Antwoord

Je blijft tegenstrijdige dingen schrijven. Als hoek A en C aan elkaar gelijk zijn en verschillend van hoek B, hoe kunnen dan AC en BC gelijk zijn aan 1780mm, zoals je beweert in je oorspronkelijke opgave?

Ik zal even gokken wat je bedoelt.

q14528img1.gif

De halve hoek B is dan inderdaad 40°, en de gevraagde x wordt gegeven door.

x = AB.cos(40°) = 1363,5591... mm

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Docenten
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:19-5-2024