WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Blauwe, groene en paarse knikkers

Beste allen,

Ik stel deze vraag namens onze twee dochters die in de vierde klas van de mavo zitten en momenteel hard aan het oefenen zijn voor hun eerste SE. Bij de volgende vraag komen hun antwoorden niet overeen met dat van de uitwerkingen. Bij deze de bewuste vraag:

Stefanie heeft een grote zak met precies evenveel blauwe, groene en paarse knikkers. Ze pakt er knikkers uit zonder te kijken.
Stefanie pakt 2 knikkers. Bereken het aantal mogelijkheden.

In de uitwerkingen staat:
3·3= 9

Beide meiden hebben als antwoorden staan:
3·2= 6 (3+2+1= 6)

Wie heeft gelijk? Kunt u ons verder hiermee helpen?

Met vriendelijke groet,

Jason en Saskia

Jason
15-10-2022

Antwoord

Hallo Jason en Saskia,

De meiden zouden gelijk hebben wanneer in de zak maar 1 blauwe, 1 groene en 1 paarse knikker zouden zitten. In dat geval zou je voor de eerste knikker 3 mogelijkheden hebben (blauw, groen of paars) en dan voor de tweede knikker nog 2 mogelijkheden (de twee kleuren die nog over zijn). Het aantal mogelijkheden zou dan 3x2=6 zijn:

bg
bp
gb
gp
pb
pg

Maar in de zak zitten meer knikkers. Als de eerste knikker blauw is, dan kan de tweede knikker opnieuw blauw zijn. Voor zowel de eerste knikker als voor de tweede knikker zijn dus drie mogelijkheden (beide kunnen blauw, groen of rood zijn). Hiermee komt het totaal aantal mogelijkheden op 3x3=9.

Uitgeschreven:
bb
bg
bp
gb
gg
gp
pb
pg
pp

Je ziet: 3x3=9 mogelijkheden.

GHvD
15-10-2022


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#97298 - Kansrekenen - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo