De concrete vraag is:
Er is een rij van 20 stoelen, er zijn 15 leerlingen waarvan 4 leerlingen verliefd zijn (dus 2 koppeltjes).
Op hoeveel manieren kunnen deze leerlingen plaatsnemen als de twee koppeltjes sowieso naast elkaar willen zitten?
Ik zit met het probleem dat als één koppeltje één stoel vrijlaat, dat het aantal mogelijkheden voor het 2e koppel verandert. Hoe pak je dat systematisch aan?KS
23-9-2022
Hallo KS,
Als het eerste koppel helemaal aan het begin of einde van de rij gaat zitten (2 mogelijkheden dus), dan heeft het tweede koppel 17 mogelijkheden om plaats te nemen. In alle andere gevallen (17 mogelijkheden) heeft het tweede koppel keuze uit 16 posities. Je hoeft dus maar twee situaties door te rekenen.
Vergeet niet dat de twee leerlingen binnen een koppel van plaats kunnen wisselen.
GHvD
23-9-2022
#97265 - Telproblemen - Student universiteit