Ik ben bezig met het maken van het examen van vorig jaar, maar bij deze opdracht bij het laatste onderdeel loop ik vast.
Ik hoopte dat jullie mij konden helpen. De opgave is als volgt:De eigenaar van de supermarkt overweegt de mogelijkheid om elke klant die ten minste 50 euro aan boodschappen besteedt, niet twee, maar drie krasloten te geven. De klant wint dan een tegoedbon wanneer ten minste twee keer de vogelverschrikker op deze drie krasloten voorkomt. Veronderstel dat de vier afbeeldingen in gelijke mate verdeeld zijn over de krasloten. Bereken de kans dat een klant in deze situatie een tegoedbon wint.
Het antwoord is: P = (1/4)3+3*(1/4)2*(3/4) Waarom??? Ik snap er niets van!! Alvast vriendelijk bedankt!Marieke van Basten
10-4-2003
De kans dat er op een kraslot een vogelverschrikker staat is 1/4. Je hebt bij drie loten prijs bij minstens 2 vogelverschrikkers, dus bij 2 of 3:
P(3 vogelverschrikkers)=(1/4)3
P(2 vogelverschrikkers)=3·(1/4)2·3/4
Dus de kans op een prijs is (1/4)3+3·(1/4)2·3/4
Maar wat is het probleem eigenlijk? Het lijkt me toch vrij elementair!? Denk maar aan de binomiale verdeling! Hopelijk helpt het, anders horen we het wel.
WvR
11-4-2003
#9722 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo