Ik heb deze opdracht al gemaakt, maar ik wil graag weten of ik het goed heb. Zou je het voor me kunnen controleren en mijn fouten aangeven? En trouwens ik snapte bij D niet of ik het minste aantal afstroom of meeste moest kiezen.Irem
2-6-2022
Ik heb hieronder de antwoorden staan. Ik denk niet dat het helemaal goed gaat. Je moet steeds het 'deel' delen door het 'totaal' en dan vermenigvuldigen met 100%.
$
\eqalign{
& A. \cr
& percentage = \frac{{80}}
{{96}} \times 100\% \approx 83,3\% \cr}
$
De rest idemdito...
Bij D. moet je wel kijken 'naar verhouding' dus net als bij C. de percentages uitrekenen en dan vergelijken:Die 35, 29 en 16 had je goed. Je moet er maar 's naar kijken want je moet nog wel de percentages uitrekenen. De antwoorden staan hieronder dus dat moet lukken.
- Bij vmbo-bk is er geen afstroom.
- Van de 145 vmbo-gt krijgen er 25 een lager diploma en 10 geen diploma. Dat zijn er dan 35 van de 145
- Van de 119 havo krijgen er 24 een lager diploma en 5 geen diploma. Dat zijn er dan 29 van de 119.
- Van de 96 vwo krijgen er 15 een lager diploma en 1 geen diploma. Dat zijn er 16 van de 96.
Zou het daarmee lukken?
WvR
2-6-2022
#97049 - Statistiek - Leerling bovenbouw havo-vwo