Bij de formule om een hoek tussen vectoren/vectorvoorstellingen te berekenen staat de teller in absoluut strepen, waardoor je dus je teller altijd positief is. Echter, bij vraag 42a van H10 blijft de teller ineens toch negatief, waardoor je een heel ander antwoord krijgt (wat wel goed lijkt te zijn). Hoe weet je wanneer je de teller wel en niet positief moet maken?
Vraag 42a
Gegeven is de zeshoek OABCDE (met punt A(3,0), B(5,2) en C(4,5)). Bereken hoek B.Janne
12-11-2021
Volgens mij (zie onder) staan er in de teller van de formule geen absoluutstrepen. Welke formule gebruik jij?Zie De hoek tussen twee vectoren [http://www.wisfaq.nl/show3archive.asp?id=5978]
WvR
12-11-2021
#92878 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo