Beste
Zou iemand dit vraagstuk willen oplossen?
"Een zaadhandelaar heeft prei, selder en koolzaad, elk in pakjes van 5, 10 en 50 gram. De inkoopprijs voor een zakje zaad hangt enkel van de massa af: 25 eurocent, 40 eurocent of 1 euro. De verkoopprijs hangt ook enkel van de massa af: 30 eurocent, 50 eurocent of 1,20 euro.
De handelaar koopt achtereenvolgens 100, 120 en 150 pakjes prei van 5, 10 en 50 gram aan. Hij koopt (in dezelfde orde) ook 200, 140 en 160 pakjes selder en 80, 80 en 30 pakjes koolzaad. Alle zakjes worden verkocht.
Bepaal de totale inkoopprijs, de totale verkoopprijs en de totale winst per zaadsoort. Druk het antwoord eerst uit in termen matrices en reken dan uit."
Hartelijk dank!Kasper Van Gaever
13-6-2021
Wat dacht je hiervan?
$
\begin{array}{l}
\begin{array}{*{20}c}
{aantallen} & {\begin{array}{*{20}c}
{5g} & {10g} & {50g} \\
\end{array}} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{100} & {120} & {150} \\
{200} & {140} & {160} \\
{80} & {80} & {30} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} \times \begin{array}{*{20}c}
{inkoopprijs} \\
{\left( {\begin{array}{*{20}c}
{0,25} \\
{0,40} \\
{1,00} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} = \begin{array}{*{20}c}
{inkoop} & {prijs} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{223} \\
{266} \\
{82} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} \\
\begin{array}{*{20}c}
{aantallen} & {\begin{array}{*{20}c}
{5g} & {10g} & {50g} \\
\end{array}} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{100} & {120} & {150} \\
{200} & {140} & {160} \\
{80} & {80} & {30} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} \times \begin{array}{*{20}c}
{verkoopprijs} \\
{\left( {\begin{array}{*{20}c}
{0,30} \\
{0,50} \\
{1,20} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} = \begin{array}{*{20}c}
{verkoop} & {prijs} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{270} \\
{322} \\
{100} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} \\
\downarrow \\
\begin{array}{*{20}c}
{verkoop} & {prijs} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{270} \\
{322} \\
{100} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} - \begin{array}{*{20}c}
{inkoop} & {prijs} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{223} \\
{266} \\
{82} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} = \begin{array}{*{20}c}
{winst} & {prijs} \\
{\begin{array}{*{20}c}
{prei} \\
{selder} \\
{koolzaad} \\
\end{array}} & {\left( {\begin{array}{*{20}c}
{47} \\
{56} \\
{18} \\
\end{array}} \right)} \\
\end{array} \\
\end{array}
$
Helpt dat?
WvR
14-6-2021
#92417 - Lineaire algebra - 3de graad ASO