Op de markt zijn de rode kolen in de aanbieding. Die rode kolen hebben een massa die normaal verdeeld is met een gemiddelde van 750 gram en een standaardafwijking van 70 gram.
1) Laurien koopt één rode kool. Bereken de kans dat die een massa heeft tussen 700 en 900 gram.
2) Jolien moet vandaag voor de voetbalploeg van Robbe koken. Ze besluit om rode kool met worst te maken. In totaal moet ze voor 14 personen eten klaarmaken. Ze wil voor iedereen 300 gram (niet-schoongemaakte) rode kool. Bereken de kans dat Jolien aan zes willekeurige rode kolen genoeg heeft.F
10-5-2021
Voor vraag 1:
Bereken de kans dat een kool minder weegt dan 900 gram. Trek hiervan af de kans dat een kool minder weegt dan 700 gram.
Voor vraag 2:
Het gewicht G van 6 kolen is weer een normaal verdeelde variabele met:
$\mu$G = 6·750 = 4500 gram
$\sigma$G = √(6·702) = √6·70 = 171,46
Jolien heeft 14·300=4200 gram nodig.
De vraag wordt dan:
Gegeven de normaal verdeelde variabele G met N(4500 ; 171,46). Hoe groot is de kans op een waarneming groter dan 4200 (zie onderstaande figuur):
Lukt het hiermee?
GHvD
10-5-2021
#92176 - Kansverdelingen - 3de graad ASO