Beste Gilbert,
Neem me niet kwaalijk. Dat is nu mijn antwoord. Is het goed of niet. Ik ben echt benieuwd. Hartelijk dank alvast.
Bij de verdeling 2-2-2-0:
Er zijn 4 mogelijkheden om drie groeperingen te kiezen die elk 2 zetels krijgen (zie boven). Binnen de eerste groepering is het aantal mogelijkheden om de twee zetels te verdelen het aantal combinaties van 3 uit 4, dat zijn 4 mogelijkheden. Voor de tweede groepering met twee zetels heb je natuurlijk ook 4 mogelijkheden. De twee overige groeperingen hebben elk 4 mogelijkheden om hun vertegenwoordiger te kiezen. Het totaal aantal mogelijkheden bij de verdeling 2-2-2-0 wordt hiermee:
4=1024 mogelijkheden.
Voor variant B zijn dus 3456 + 1024= 4480 mogelijkheden om de zetels over de groeperingen te verdelen, onder de voorwaarde dat elke groepering hoogstens twee zetel krijgt.
Met vriendelijke groet,
MiMi
18-2-2021
Je schrijft:
Bij de verdeling 2-2-2-0:
Er zijn 4 mogelijkheden om drie groeperingen te kiezen die elk 2 zetels krijgen.
So far so good. Maar dan:
Binnen de eerste groepering is het aantal mogelijkheden om de twee zetels te verdelen het aantal combinaties van 3 uit 4
Hoe kom je aan de getallen '3 uit 4'?
GHvD
18-2-2021
#91562 - Telproblemen - Student hbo