Bij de herhalingsoefeningen voor het examen vond ik twee vraagstukken niet. Dit is de tweede:
De grootte van een populatie dinosaurussen wordt gegeven door f(x)=8000t3-t (t in duizenden jaren)Hier weet ik dat ik de afgeleide moet bepalen en daarvan de nulpunten, maar hoe doe je dat met die t in de exponent dan?
- Hoe groot is de maximale populatie?
Ik denk dat ik hier de tweede afgeleide moet gebruiken?
- Op welk moment neemt de populatie het snelst af?
Pfff.. bedankt wie kan helpen!Pieter Van de Male
4-12-2020
Hallo Pieter,
Als t de variabele is, dan noteer je ook f(t) en niet f(x):
f(t)=8000t·3-t
Voor de afgeleide van een exponentiële functie geldt de regel:
f(t)=at geeft f'(t)=ln(a)·at
Netjes productregel en kettingregel toepassen:
f(t)=8000t·3-t
f'(t)=8000·3-t + 8000t·-ln(3)·3-t
f'(t)=8000·3-t(1-ln(3)·t)
Om een mogelijk maximum te vinden, stel je inderdaad f'(t)=0. Dit levert:
1-ln(3)·t=0
Om het moment van snelste afname te vinden, stel je f''(t)=0. Dat betekent nog eens zorgvuldig differentiëren. Let opnieuw op de productregel en de kettingregel.
GHvD
4-12-2020
#91076 - Functies en grafieken - 3de graad ASO