Beste
Ik kan deze vraag niet kunnen oplossen. Kunt u aub dat stap per stap met rekenregels uitleggen:
√(loga(27)+loga(27)5 -3loga(0.125)/loga(3)+loga(6))
Alles zit onder de wortel en a is log base. De vraag is toon aan de waarde van de vorm niet afhangt van het grondtal a en bereken die waarde.
Met vriendelijke groetenRiffat
28-10-2020
Stap 1: maak van teller en noemer logaritmes van een enkel getal. De noemer is $\log_a18$ bijvoorbeeld en de teller is zo te zien de $\log_a$ van het product $27\cdot27^5\cdot8^3$.
Stap 2: als $b$ een ander grondtal is dan geldt $\log_b A=\log_ba\cdot\log_aA$.
Stap 3: dus altijd geldt
$$\frac{\log_bA}{\log_bB}=\frac{\log_ba\cdot\log_aA}{\log_ba\cdot\log_aB} =\ldots
$$Klaar
kphart
28-10-2020
#90809 - Logaritmen - 3de graad ASO