WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Stapelen van munten

Dag Klaas Pieter ,
Uw opmerking over de noemer van de som regel=2 is terecht
Oplossing
gegeven:
Er zijn n termen in de RR
t(1)=4 en n=17 stapeltjes munten .
t(n)=t(1)=(n-1)v (v= verschil van term tot term.
t(n)=4+(n-1)v
S(17)=
340 = 17(4+4+(17-1)v=(17(8+16v)/2
680= 136+272v
v= (680-136)/272= 2
n(17) =4+32=36
De 16 de stapel =n(17-1)=17-1 =16
36-2 =34 kubusblokjes.(omdat v=2 gevonden werd
Het kostte wat moeite maar het is "gelukt" .Of is er nog een opmerking hier en daar aan toe te voegen?
Groeten en fijn weekend
Rik

Rik Lemmens
24-10-2020

Antwoord

Het ziet er goed uit, maar wel met wat tikfouten: een $=$ die een $+$ moet zijn (bij de eerste $t(n)$) en hier en daar haakjes niet in evenwicht: bij $340={}$.

kphart
25-10-2020


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#90778 - Rijen en reeksen - Iets anders