Gegeven:
lijn l:v=(2,0)+l(p,2)
lijn m:v=(q,2)+m(2,p)Bij a. kom ik een antwoord te kort. $p$ is tevens -4-2√3 en -4+2√3. Ergens mischien een modulusstreep onder de mat weggeveegd?
- Voor welke waarde(n) van p en q geldt hoek(l,m)=1/3$\pi$
- Voor welke waarde(n) van p en q geldt l=m?
Bij b. heb ik alleen $q$ gevonden ik weet hier niet zo 123 uit $p$ te vinden. Hier moet uitkomen:p=2 en q=4 v p=-2 en q=0.
Ik heb mijn uitwerking opgestuurd.mboudd
6-5-2020
Bij vraag a.:
Bij vraag b. begrijp ik niet wat je precies doet. Kan je me dat uitleggen? Dan denk ik er nog over na!
WvR
6-5-2020
#89789 - Lineaire algebra - Leerling mbo