Bij b. weet ik de oppervlakte van de driehoek OAP en ik weet punt A. Ik heb OA uitgerekend (5√2) en ik weet de hoogte (√2) maar die 5√2 is niet de basis toch?
Gegeven zijn het punt A(4,2) en de lijnen l:l(1,1) en m:(4,2)+m(1,1). Een punt P ligt op de lijn l.
- Bereken de afstand tussen de lijnen l en m.
Die heb ik berekend √2- Bereken de coördinaten van P als gegeven is dat de oppervlakte van driehoek OAP gelijk is aan 4.
mboudd
18-4-2020
Als de hoogte √2 is en de oppervlakte gelijk aan 4 dan:
$
\eqalign{
& \frac{1}
{2} \cdot OP \cdot \sqrt 2 = 4 \cr
& OP = 4\sqrt 2 \cr}
$
Ik zou denken dat $d(O,P)=4\sqrt{2}$ moet worden.
WvR
18-4-2020
#89647 - Lineaire algebra - Leerling mbo