In de arbelos neem je de oorsprong bij het middelpunt van de grote cirkel. AB is de x-as, dus dan wordt er in mijn boek gezegd dat A een coördinaat heeft van (-a-b,0) en C een coördinaat van (a-b,0). Ik begrijp niet hoe de hieraan komen, zou u dit uit kunnen leggen?Jacoline Blankenstijn
9-4-2020
Zonder plaatje is het gokken maar ik denk dat $a$ de straal van de linkercirkel is en $b$ de straal van de rechtercirkel; dus $a+b$ is de straal van de grote cirkel.
Als het middelpunt van de grote cirkel in $(0,0)$ ligt, dan ligt $A$ dus $a+b$ naar links, in $(-a-b,0)$ dus. En $AC$ is de middellijn van de linkercirkel, dus van uit $A$ dan $2a$ naar rechts, dus in $(-a-b+2a,0)$.
Zie Lees ook Pythagoras [https://pyth.eu/archimedes-en-de-arbelos]
kphart
9-4-2020
#89567 - Analytische meetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo