Duidelijk bij c. zit het op het puntje van mijn tong om de opgave te maken hoe zat het ook al weer?
Het zwaartepunt zit op $\frac{1}{3}$ van het snijpunt van de zwaartelijnen of ik zie dat P en Q het midden zijn van respectievelijk BC en AC of kan ik aan de hand van de vectorvoorstelling ZP en ZQ de coördinaten uitrekenen van A, B en C?mboudd
7-4-2020
$A$ ligt op de lijn $ZP$ zodanig dat $AZ:ZP=2:1$
$A(-3,-4)$
Idem voor B:
$B(1,-2)$
$C$ is dan niet moeilijk meer. $C(-1.6)$
Maar of dat nu de bedoeling was?
WvR
8-4-2020
#89554 - Lineaire algebra - Leerling mbo