als we het voorbeeld van u gebruiken, klopt de stelling wel.
- R3 met orthogonale basis {i j k}
- W=R2 met orthogonale basis {i j}, dan volgt dat W(complement)=span(k). De vector <1 2 3> ligt niet in span(k), dus ook niet in W(complement).
- conclusie (met dit voorbeeld) klopt de stelling welsteven
26-3-2020
Het antwoord is correct. Hier wreekt zich dat je je vraag slecht gesteld hebt: je hebt namelijk niet geschreven wat je met `complement' bedoelt.
Het complement van W is voor velen de verzameling \mathbb{R}^n\setminus W (alle vectoren in \mathbb{R}^n die niet in W zitten).
Uit je reactie blijkt dat je een ander soort complement bedoelt; het orthogonale complement misschien?
In dat geval klopt de bewering. Om dat te bewijzen helpt het als je \mathrm{span}\{v_{k+1},\ldots,v_n\} even een naam geeft, zeg V. Nu moet je twee dingen aantonen:Dat kan, gegeven dat je een orthogonale basis hebt, niet moeilijk zijn.
- als w\in W en v\in V dan w\perp v
- \mathbb{R}^n is de som van de deelruimten W en V
kphart
27-3-2020
#89446 - Lineaire algebra - Student universiteit