Koen en Linda zijn broer en zus. Koen heeft twee keer zoveel zussen als broers en Linda heeft evenveel zussen als broers. Hoeveel kinderen zijn er in ht gezin?
Ik bedacht de volgende logica
2B-K-L-3Z
of iets schematischer1- 1Dus met 7, dit is misschien een iet of wat rare denkwijze maar wel logisch.
/ \
2 3
Zaterdag heb ik ook nog een vraagje gesteld i.v.m economie, waarbij ik op beide oren kon slapen, een vriend van mij zegt dat hij dat met logica heeft opgelost, wat is de beste manier om in de wiskunde problemen op te lossen, want logica is toch wiskunde maar niet omgekeerd...
Kortom, een probleem uit het dagelijkse leven kan je (bij benadering) door logica/wiskunde het best oplossen?
Dank jeRuben
24-3-2003
#=aantal Z=zussen B=broers
Stel er zijn in het gezin J jongens en M meisjes
Koen: #Z = 2·#B ofwel M=2·(J-1)
Linda: #Z=#B ofwel M-1=J
Het aantal meisjes en jongens kun je nu wel oplossen.
Hogere logica
Met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
24-3-2003
#8939 - Logica - 2de graad ASO