Ok, dat is nu gelukt kunt u kijken of dat goed is en de vervolg vraag b lukt me niet om af te maken het vervolg van de vraag (b)
b) Een lijn m is bepaald door de punten A en B.
A is het eindpunt van de vector OA=a,B van de vector OB=b.
Lijn m gaat niet door de oorsprong.
P is een willekeurig punt van m, waarvoor geldt PA=k.PB (k ongelijk 1)
Toon aan: als P het eindpunt van een vector OP=p, geldt p=(a-kb)/(1-k).
mboudd
16-2-2020
De eerste oplossing is in orde.
Bij de tweede moet je even doorzetten, je hebt al
$$p=a-k\cdot b+k\cdot p
$$breng $k\cdot p$ naar links en haal $p$ buiten de haakjes:
$$(1-k)p=a-k\cdot b
$$
kphart
17-2-2020
#89181 - Lineaire algebra - Leerling mbo