WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Een lichaam

Hoi, bedankt voor uw uitleg , het antwoord van a2 was door mij fout overgenomen excuses dat moest zijn door OA en B wat inderdaad een vlak is ik heb nog moeite met vraag 5c:

Geef een vectorvoorstelling uitgedrukt in a b en c van het vlak door A dat evenwijdig is aan het vlak OBC.

Het antwoord geeft :a+mb+ec wat ik niet 123 zie.

mboudd
16-2-2020

Antwoord

Hallo Mboudd,

Voor een vlak heb je twee richtingsvectoren nodig, die in het vlak liggen en verschillende richting hebben. Bij een lijn ligt de richtingsvector op scalar na vast, dat geldt niet precies zo in een vlak. Dan kun je werken met lineaire combinaties van twee richtingsvectoren die ook een richtingsvector kunnen zijn.

In vlak $OBC$ ligt kun je bijvroobeeld $\overrightarrow{OB}=\vec{b}$ en $\overrightarrow{OC}=\vec{c}$ nemen. Daarmee zijn dat ook richtingsvectoren voor elk vlak evenwijdig aan $OBC$. Daaarnaast ligt als steunvector $\vec{a}$ voor de hand, want het gevraagde vlak gaat door $A$.

En je krijgt $\vec{v}=\vec{a}+\mu\vec{b} + \nu\vec{c}$.

Duidelijk genoeg?

Met vriendelijke groet,

FvL
16-2-2020


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#89175 - Lineaire algebra - Leerling mbo