Gegeven is de driehoek ABC met A(1,1), B(5,4) en C(1,8)Ik weet dat ik bij beide opdrachten iets moet doen met vectoren, maar ik vind het lastig hoe ik aan beide opdrachten moet beginnen. Hopelijk kunt u mij helpen.
- De bissectrice k van hoek A snijdt de zijde BC in het punt D. Bereken exact de coördinaten van D.
- Stel vergelijkingen op van de lijnen l1 en l2 door B die de lijn AC snijden onder een hoek van 60°.
Sven
17-1-2020
- Als twee vectoren even lang zijn deelt hun somvector de hoek tussen de vectoren in tweeën. Hoe lang is de vector $AB$? Neem een punt $E$ op $AC$ dat even ver van $A$ ligt als $B$ en neem dan de som van de vectoren $AE$ en $AB$.
- Welke vectoren maken een hoek van $60^\circ$ met de $y$-as? Gebruik die eerst als richtingsvectoren voor de gezochte lijnen en maak dan de vergelijkingen uit de vectorvoorstellingen.
kphart
17-1-2020
#89024 - Vlakkemeetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo