Beste,
Klopt mijn redenering voor de volgende vraag? We beschikken over 5 biljetten, elk met een verschillende waarde. Verder beschikken we nog over 3 verschillende spaarpotten. De vraag is op hoeveel manieren we de biljetten kunnen verdelen over de drie spaarpotten als we weten dat alle biljetten verdeeld worden.
Ik denk dat we hiervoor een herhalingsvariatie moeten gebruiken, nl een herhalingsvariatie van 5 uit 3. Dit komt dan neer op 35. Ik denk dat dit wel klopt, maar weet het niet zeker.
Alvast bedankt!Jan
14-4-2019
Ik had even over het hoofd gezien dat de biljetten allemaal een verschillende waarde hebben. In dat geval lijkt me je redering juist. Je kunt het zien als $5$ biljetten die op zoek zijn naar een spaarpot. Het eerste biljet kan kiezen uit $3$, het tweede biljet kan kiezen uit $3$, ... Uiteindelijk zijn er dan $3^5$ manieren in totaal.
WvR
15-4-2019
#87887 - Telproblemen - 3de graad ASO