Beste,
Eigenlijke weet ik niet welke strategie ik moet volgen
Kunt u mij aub helpen ?Kholoud
22-9-2018
Hallo Kholoud,
Laten we uitgaan van het getallenvoorbeeld:
f(x)=2x2+3x+4
m=4
n=6
Dus: xA=4, xB=6
Dan is yA=48 en yB=94 (reken dit na!)
De rechte door A en B heeft als richtingscoëfficiënt:
rc=(94-48)/(6-4) =46/2 =23
Dit onthouden we eventjes. Nu de raaklijn in C:
xC=(4+6)/2=5
De helling van de raaklijn in C is gelijk aan de afgeleide van f(x) in C, dus gelijk aan f'(5):
f'(x)=4x+3
f'(5)=4·5+3
f'(x)=23
De helling van deze raaklijn is gelijk aan de richtingscoëfficiënt van de rechte door A en B. De lijnen zijn dus evenwijdig.
Volg nu dezelfde strategie waarbij je geen getallen invult, maar blijft rekenen met de parameters a, b en c.
GHvD
23-9-2018
#86861 - Bewijzen - 3de graad ASO