Ik kom niet uit de volgende opgaven:
4*(x^-1.8)+16=500 en 5+(x2/3x)=11
De opgave die hiermee te maken hebben zoals 5*3x2=21 snap ik wel. Je moet dan 21 delen door 5=4.2 en dan oplossen door (2/3)x4.2 = 8.61
Maar uit de bovenstaande opgaven kom ik niet?
SandraSandra
17-3-2003
Hoi,
4(x-1,8)+16=500
4(x-1,8)=484
(x-9/5) =121
x = 121-5/9
x 0,0696
5+(x2/3)x=11
(x2/3)x=6
(x7/6)=6
x= 66/7
x 4,6450
Alstublieft
pl
17-3-2003
#8664 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo