Volgens de stelling van Cayley-Hamilton voldoet mijn 2×2 matrix M aan de vergelijking M2-3M-70I=0 $\to$ met I is de inverse matrix en de 0 wordt aangegeven als een 2×2 matrix vol met nullen.
Ik moet deze vergelijking herleiden tot M-1 = 1/70M - 3/70I.
Ik kom tot de één na laatste stap en die is volgens de uitwerkingen nog goed: I×M-1 = 1/70M×I - 3/70I .
Ik deel dan alles door I waardoor je krijgt: M-1 = 1/70M - 3/70.
Achter die 3/70 hoort volgens de uitwerkingen nog een I te staan, maar ik snap niet hoe die daar kan blijven staan als je deelt door I. Is dit een fout van het uitwerkingenboek of heb ik zelf wat fout begrepen?Bibi
22-6-2018
Je deelt nooit door een matrix; je vermenigvuldigt met de inverse. De inverse van $M$ is de matrix (als die bestaat) $X$ die voldoet aan $MX=XM=I$.
De matrix $I$ is de eenheidsmatrix, die voldoet aan $IA=AI=A$ voor elke (even grote) matrix $A$.
In de laatste stap kun je $I$ op twee plekken gewoon weglaten, want $I\times M^{-1}=M^{-1}$ bijvoorbeeld. Maar niet bij $3/70$ want $3/70$ is een getal en er moet een matrix staan.
kphart
23-6-2018
#86506 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo