12−4×(3−5×-2)=12−4×(3−-10)=12−4×13=-40
Ik begrijp de tussenstappen niet hoe kan dat -40 de uitkomst wordt hoe doen ze dat?romeo
7-2-2018
Met de juiste volgorde krijg je:Uitgewerkt:
- eerst de haakjes
- dan vermenigvuldigen en delen
- dan optellen en aftrekken
$
\eqalign{
& 12 - 4 \times (3 - 5 \times - 2) = \cr
& 12 - 4 \times (3 - - 10) = \cr
& 12 - 4 \times (3 + 10) = \cr
& 12 - 4 \times 13 = \cr
& 12 - 52 = \cr
& - 40 \cr}
$
Helpt dat?
WvR
7-2-2018
#85679 - Rekenen - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo