Wat is nu het antwoord op de vraag?
U zegt dus: CF=a.
Maar hoe vormt CF=a met CB=a EN AC=b een driehoek waarvan de zijden evenredig zijn met de overeenkomstige zijden van driehoek ABC?Herman
18-1-2016
Hallo Herman,
Meestal is de vraag om te laten zien dat b2 en b1 evenredig zijn met a en c, ik denk bij jou ook dat dat de bedoeling is.
Dus b2:b1 = AB:BC.
Daarvoor kun je gebruiken dat CF=a. Er moet dan nog iets met gelijkvormige driehoeken gebeuren.
Groeten,
FvL
18-1-2016
#77441 - Vlakkemeetkunde - Ouder