Schrijf onderstaande formules zodanig dat y wordt uitgedrukt in x.
2log(y)=4log(x) en (log(y))2=x
Ik kom hier niet uit, alle hulp is welkom (:Mariette
28-12-2015
Hallo Mariette,
Als je bedoelt:
2·log(y)=4·log(x)
dan is de aanpak om toe te werken naar de vorm logA=logB (want dan geldt A=B):
Links en rechts delen door 2:
log(y)=2·log(x)
Rechts omschrijven met behulp van de rekenregel log(pq)=q·log(p):
log(y)=log(x2)
y=x2
Het kan ook zijn dat 2 en 4 bedoeld zijn als grondtal van de logaritme:
2log(y)=4log(x)
Dan werk je toe naar logaritmes met hetzelfde grondtal, gebruik hiervoor de rekenregel plog(q) = log(q)/log(p):
log(y)/log(2) = log(x)/log(4)
Schrijf log(4) als log(22)=2·log(2):
log(y)/log(2) = log(x)/2·log(2)
log(y)=0,5·log(x)
log(y)=log(x0,5)
y=√x
Dan de tweede opgave:
(log(y))2=x
log(y)=√x of log(y)=-√x
y=10√x of y=10-√x
OK zo?Zie Rekenregels voor logaritmen [http://www.wisfaq.nl/pagina.asp?nummer=1925]
GHvD
28-12-2015
#77235 - Logaritmen - Student hbo