Matrix A:
-3 2u+v
u v-3w
1 0
Matrix B:
v-w 3w-v
4 -7
v+w 0
Opgave: Bepaal de onbekende zodat de volgende gelijkheid waar is: [A]=[B]
Oplossing:
Ik haal de volgende gelijkheden uit de matrices:
u=4
v+w=1 *
v-3w=-1 **
* v=1-w in **
1-w-3w=-7
-4w=-6
w=6/4=3/2
w invoegen in vergelijking *
v=1-w
v=1-(3/2)
v=-1/2
Resultaat:
u=4
v=-1/2
w=3/2
Klopt dit?
Tim B.
30-9-2015
Uit 1-w-3w = -7 volgt -4w = -8 dus w = 2 enz.
MBL
30-9-2015
#76422 - Vergelijkingen - 3de graad ASO