Wie kan me op weg helpen met de volgende vragen:
John heeft 1 euro op zak in wil desondanks aan een roulettespelletje meedoen. Bij ieder spelletje moet hij 1 euro inzetten. Bij verlies is him zijn geld kwijt en bij winst krijgt hij 2 euro uitgekeerd, waarbij de kans op verlies 4 keer zo groot is als de kans op winst.
Vraag: Toon aan dat de kans dat hij een spelletje wint gelijk is aan 0,2.
Vraag: wat is due kans dat hij 3 spelletjes wint in het vierde spelletje verliest?Arif Mohameddin
29-9-2015
Hallo Arif,
Vraag 1:
Stel de kans op winst gelijk aan x, dus:
p(winst)=x.
Dan is de kans op verlies gelijk aan 1-x, dus:
p(verlies)=1-x
Gegeven is:
p(verlies)=4·p(winst)
1-x = 4x
x= ....
Vraag 2:
p(winst bij 1e spelletje)=0,2
p(winst bij 2e spelletje)=0,2
p(winst bij 3e spelletje)=0,2
p(winst bij 4e spelletje)=0,8
Kans dat dit alle vier gebeurt: kansen vermenigvuldigen.
GHvD
29-9-2015
#76406 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo