Hallo,
Ik ga volgend jaar burgerlijk studeren en doe mee aan de ijkingstest. Tijdens het oefenen van de vorige testen kwam ik op een vraag waarbij ik zelfs het antwoord niet snapte dat usolv-it me gaf:
gegeven: ln y in functie van x (de grafiek begon vanuit de oorsprong en steeg met een hoek van 45°, vervolgens kwam er een knak en bewoog het verder met een hoek van -45° tot aan de x-as)
Oplossing volgens usolv-it:
De grafiek in de opgave begint met een deel van de eerste bissectrice, en vervolgt met een
deel evenwijdig met de tweede bissectrice.
In formuletaal vinden we een begin beschreven door een vergelijking van de vorm ln y = x
waarna de vergelijking overgaat naar de vorm ln y = 1 − x.
Dit betekent dat, voor het eerste gedeelte y = e
x
, en voor het tweede gedeelte y = e
−x+1
.
In woorden: y neemt eerst exponentieel toe, en nadien exponentieel af.
Maar waarom gaat de vergelijking over daarna in ln y = 1-x?
Alvast ebdankt om dit te lezen.David
25-6-2015
Hallo
Kun je de vraag eens volledig en duidelijk stellen, zoals ze gegeven in de test.
De grafiek van y = ex "vertrekt" niet in de oorsprong onder een hoek van 45°, zoals blijkbaar gegeven is, wel de grafiek van y = ex-1.
Wat wordt er verder gegeven of gevraagd? Een symmetrie-as of iets dergelijks?
LL
25-6-2015
#75934 - Functies en grafieken - 3de graad ASO