Beste,
Gegeven is de rechthoek ABCD met AB=6 en AD =4. Het punt p ligt op de diagonaal AC zo, dat d(P,B)=d(P,AD).
Nu is gevraagd om de afstand exact te berekenen.
Als je het midden van AD even E noemt, dan weet je dat EP=3. Dan moet je alleen nog de afstand van P tot B berekenen en ik bedacht dus dat dit kan met de formule: d(P,B)=Ö(3-0)2 + (-2-0)2 maar hier komt dan Ö13 uit... en geen 3
Maar nu weet ik eigenlijk niet wat ik wel moet doen.
Zou u mij kunnen helpen?Atena
7-4-2015
Hallo Atena,
Je neemt 'zomaar' aan dat punt P op de y-as ligt, zodat EP=3. Maar zoals je zelf aantoont, kan dit niet: de schuine lijn PB is langer dan 3!
Punt P ligt 'ergens' op de diagonaal AC, zie de figuur hieronder. De vergelijking van deze diagonaal is:
y = 2/3·x
Dan zien we:
EP = 3+xp
PB is de schuine zijde van een rechthoekige driehoek PFB. De rechthoekszijden zijn:
FB=(3-xp) en FP=(2+2/3xp)
Met Pythagoras kan je een formule opstellen voor de lengte van de schuine zijde PB. Stel deze lengte gelijk aan EP. Je krijgt dan een vergelijking waarmee je xp kunt oplossen.
Kan je hiermee verder?
GHvD
7-4-2015
#75353 - Analytische meetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo