Ik snap de stappen nu, alleen wat ik nog niet begrijp is waarom ik mag stellen dat g·g-1=1, dus waarom dat 1 in deze groepen de identiteit is, en niet een ander getal. Zou u dit kunnen uitleggen?Ton
2-4-2015
Je `mag' stellen dat $gg^{-1}=1$ als je vantevoren afspreekt dat je de identiteit als $1$ noteert; vaak schrijft men de identiteit als $e$. NB een groep bestaat lang niet altijd uit `getallen': de elementen van $S_3$, bijvoorbeeld, zijn permutaties.
Wat we weten is dat $gg^{-1}$ (en $g^{-1}g$) gelijk zijn aan de identiteit, dus met associativiteit kunnen we schrijven $(gag^{-1})g=(ga)(g^{-1}g)=ga$.
kphart
2-4-2015
#75315 - Algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo