Hallo,
Gegeven is de parametervoorstelling:
( x = a sin (bt)
( y = p cos (qt)
Gevraagd wordt a uit te drukken in p als gegeven is dat de oppervlakte van de kleinste rechthoek waar de figuur in past, gelijk is aan 30.
Ik dacht
a . p = 30
a = 30/p
In mijn antwoordenboek staat dat er moet gelden:
2a . 2p = 30
2a = 30/2p
a = 15/2p
Komt op het zelfde neer natuurlijk maar waar haalt men die 2 van 2a en 2p vandaan.
gr edward
edward blaauwgeers
27-3-2015
Je krijgt een ellips met 2a en 2p.
Dus de oppervlakte van die rechthoek is...
WvR
27-3-2015
#75277 - Analytische meetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo