Beste,
Voor een huistaak wiskunde kreeg ik volgende opgave
: bepaal a en b
(a − 2b) − 5bi = (4 − b) + (2 − 2a)i
Ik kwam steeds vast te zitten na de eerste stap. Gezien ik de imaginaire termen niet te samen kan krijgen.
Kan iemand deze imaginaire termen te samen krijgen aub?Dirk Vanhasselt
14-3-2015
Volgens mij is -5b gelijk aan 2-2a. Bedoel je dat? Samen met het feit dat a-2b gelijk moet zijn aan 4-b zou dat op te lossen moeten zijn?
Een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden:
a-2b=4-b
-5b=2-2a
Probeer!
WvR
14-3-2015
#75164 - Complexegetallen - 3de graad ASO