Is het dan de bedoeling om te zeggen dat hoek A gelijk is aan hoek D? omdat ze allebei bissectricen zijn? en dan zeggen dat Q ook een gelijke afstand heeft naar C en B. En daarna deze twee gegevens combineren om te zeggen dat PQ evenver van AB ligt als DC?
Klopt het wat ik nu zeg?Narges
13-3-2015
Nee, op grond waarvan vind je te mogen zeggen dat bijv. hoek(A) = hoek(D)? En een blik op het vrij redelijke plaatje laat zien dat die twee hoeken wel erg ongelijk zijn.
Noem het snijpunt van de verlengde lijnstukken BA en CD even S.
Je hebt (hoop ik) aangetoond dat P evenver ligt van de benen SB en SC van hoek(S).
Dan weet je (stelling!) dat P op de bissectrice van hoek(S) ligt.
Zo ook voor Q en uiteraard ook voor S zelf.
Welke lijn is PQ dan?
MBL
13-3-2015
#75158 - Bewijzen - Leerling bovenbouw havo-vwo