Ik snap de volgende stelling niet:
De kans om bij één poging een bepaald doel te raken is 5%. Hoeveel pogingen heeft men minimaal nodig om een kans te krijgen van 99% om het doel minstens 1 keer te raken?
Ik dacht dat het antwoord 20 was (5% maal 20=100%), maar het antwoord blijkt 90 keer te zijn en ik begrijp niet hoe je hieraan komt.
Alvast bedanktBert
1-2-2015
Dit is een voorbeeld van een binomiaal kansprobleem. Hierbij geldt:
X~binomiaal verdeeld met:
p=0,05
n=?
Gegeven: P(X$\ge$1)$\ge$0,99
Er geldt:
P(X$\ge$1)=1$-$P(X=0)$\ge$0,99
1$-$0,95n$\ge$0,99
0,95n$\le$0,01
n$\ge$90
Zo doe je dat!
WvR
1-2-2015
#74852 - Kansrekenen - 2de graad ASO