Ik heb een vraag over iemand die 5 wiskundeboeken heeft en 3 scheikunde boeken, nu wil de persoon weten op hoeveel manieren hij deze boeken naast elkaar kan rangschikken als de wiskundeboeken naast elkaar moeten staan.Nu is het antwoord 'Het aantal mogelijke rangschikkingen waarbij het pakketje wiskundeboeken als 1 telt is 4! maar binnen dat pakketje zijn 5! mogelijke rangschikkingen het totaal is dus 4!·5!=2880.
Maar wat ik niet helemaal begrijp is wat ze bedoelen met
'het aantal mogelijke rangschikkingen waarbij het pakketje wiskundeboeken als 1 telt is 4!'.
Zou u mij dit kunnen uitleggen? Alvast bedankt.Joost
26-1-2015
Hallo Joost,
Als de wiskundeboeken naast elkaar moeten staan, dan kan je dit zien alsof die wiskundeboeken samen één 'ding' zijn. Zie het maar alsof je er een mapje omheen doet, dit mapje zie je als één boek. Je hebt dan eigenlijk maar 4 boeken (3 scheikundeboeken en één wiskundemapje) die je moet rangschikken, dat kan op 4! manieren.
Is het zo duidelijker voor je?
GHvD
26-1-2015
#74813 - Telproblemen - Leerling bovenbouw havo-vwo