Beste,
Sorry, ik begrijp uw antwoord niet.. Bedoelt u dat de richtingsvectoren 1 moeten zijn wanneer ik die gelijk wil stellen aan cos65 ? Maar hier is dat niet het geval, want hier zijn ze (2,-1) en (3-p, p+1). Wat moet ik dan doen?
Alvast bedankt!Atena
19-10-2014
Hallo Atena,
In de formule:
inproduct = |X|.|Y|.cos($\alpha$)
zie je dat je het inproduct alleen gelijk kunt stellen aan cos($\alpha$) wanneer de norm (=lengte) van je richtingsvectoren gelijk is aan 1. Je kunt dus eerst de richtingsvectoren die je hebt gevonden delen door hun lengte (dan krijg je nieuwe richtingsvectoren met lengte 1), maar je kunt ook 'gewoon' de formule invullen. Dit levert dezelfde vergelijking op.
De norm (=lengte) van je richtingsvectoren zijn:
RV1: √(22 + (-1)2)= √5
RV2: √((3-p)2 + (p+1)2) = √(2p2-4p+10)
Inproduct van jouw richtingsvectoren:
inproduct = 2×(3-p) -1×(p+1) = 5-3p
Invullen in de formule:
5-3p = √5 × √(2p2-4p+10) ×cos(65°)
5-3p = √(10p2-20p+50) ×cos(65°)
Met je GR kan je p uitrekenen, of met de hand werk je verder uit:
(5-3p)2 = (10p2-20p+50)cos2(65)
9p2-30p+25 = (10p2-20p+50)cos2(65)
(9-10cos2(65°))p2 + (20cos2(65°)-30)p + (25+50cos°(65)) = 0
Met de ABC-formule vind je:
p$\approx$0,77 of p$\approx$2,89
Is het nu duidelijker voor je?
GHvD
19-10-2014
#74119 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo