In een laboratorium vindt een expiriment plaats met vliegen. Vanaf t=0 wordt het aantal vliegen N gegeven door de formule N=220·1,244-3t. Hierin is de tijd in weken.
- Bereken in twee decimalen nauwkeurig de groeifactor per dag.
- teken de grafiek van N voor 0t8
- Hoeveel dagen na t=0 is het aantal vliegen nog maar 10% van de oorspronkelijke hoeveelheid?
Tongaboy
10-2-2003
Een vraag over exponentiële groei, met de afgeleide functie heeft het niets te maken.
- De groeifactor per dag vind je door de beginhoeveelheid en de hoeveelheid vliegen na 1 dag te berekenen. Dit geeft
N(0)=520.13 en N(1/7)=474.32.
De groeifactor per dag is N(1/7)/N(0)1,10- Gebruik een tabel met de GR; voer hiervoor in Y1=220*1.24^(4-3X).
- 10% van N(0) is 52,013. Plot de lijn met vergelijking Y2=52.013 en bepaal het snijpunt met behulp van CALC, 5: intersect.
Let wel op, de x-waarde die je dan vindt is de tijd in weken.
jr
10-2-2003
#7410 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo