Hallo ik kom er niet helemaal uit bij een bepaalde vraag in mijn boek.
Gegeven is de functie f(x) = -0,4x2+2,4x+3
De eerste drie vragen snap ik helemaal. Maar dan komt vraag c: Bereken f(-3,6) en f(1,7). Ik heb eigenlijk geen idee wat ze hier mee bedoelen . Het antwoorden boek geeft f(3,6)=10,824 en f(1,7)=5,924. Maar ik weet dus niet hoe ze op dit antwoord komen. Zou u mij kunnen helpen? Alvast bedankt.Andre
20-9-2014
Hallo Andre,
Met f(-3,6) wordt bedoeld: vul voor x de waarde -3,6 in en bereken de uitkomst.
Dus:
f(-3,6) = -0,4(-3,6)2 + 2,4(-3,6) + 3
Let bij het invoeren in je rekenmachine goed op de haakjes, zeker bij invoer van negatieve getallen. De uitkomst is -10,824.
(is het min-teken in het antwoordenboekje weggevallen, of heb je dit zelf niet goed overgenomen?).
Lukt f(1,7) nu ook?
GHvD
20-9-2014
#73923 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo