Bij het oefenen van combinaties kwam ik de volgende oefening tegen:
Iemand moet een M.C. werk maken met 10 vragen. Op elke vraag zijn 4 antwoorden mogelijk waarvan er 1 goed is. Op hoeveel verschillende manieren kan hij het werk invullen opdat hij 7 antwoorden goed en 3 antwoorden fout heeft
De oplossing zou de volgende moeten zijn (10 3) (7 4) (5 2). Ik geraak er echter niet uit.
Al heel hard bedankt voor jullie hulp!Marijke
14-8-2014
Eén zo'n mogelijk rijtje zou GGGGGGGFFF kunnen zijn. Dit rijtje (op precies deze volgorde) kan op 1·1·1·1·1·1·1·3·3·3=27 manieren. Je kunt $
\left( {\begin{array}{*{20}c}
{10} \\
7 \\
\end{array}} \right) = 120
$ van dit soort rijtjes maken met de $G$'s en $F$'s in een andere volgorde. Het totaal aantal manieren met $7$ goed en $3$ foute antwoorden is $3240$. Ik denk dat de gegeven oplossing niet klopt.
WvR
14-8-2014
#73700 - Telproblemen - 3de graad ASO