Rekenregels logaritmen:
4·alog 3 = 4+alog 16
Alvast bedankt.Eddy Kalala
3-8-2014
Dat Eddy,
Dit is vast een oefening voor de rekenregels van logaritmen. Die kan je nog eens terug vinden bij onderstaande link.
Om zo'n vergelijking op te lossen moet je soms een beetje handig zijn. Een tip hier: 24=16.
Dus geldt: alog 16=4·alog2. Deel dan alles door 4. Dan zou je er wel uit moeten komen.
Zo niet, laat maar weten.
Succes,
Lieke.
Zie rekenregels voor logaritmen
ldr
3-8-2014
#73605 - Logaritmen - 3de graad ASO