WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Algebraisch oplossen

Hallo Wisfaq,

Ik heb twee opgave waarbij ik vergelijking algebraisch moet oplossen.

OPGAVEN
a) (x-3)(x+5) = (-x-1)(x+6)
b) 2(3x2-5) = 4(1-x)

MIJN UITWERKINGEN
a) Haakjes wegwerken. Hele getallen naar rechts en de x links houden.

(x-3)(x+5) = (-x-1)(x+6)
x2-3x+5x-15 = -x2-6x-x-6
x2+2x-15 = -x2-7x-6
x2+9x-15 = -x2-6
x2+9x = -x2+9

Nu heb ik twee kwadraten, waarvan één in de min.
Hoe moet dit worden weggewerkt???

b)
2(3x2-5) = 4(1-x)
6x2-10 = 4-4x
6x2 = 14-4x

Hier heb ik een kwadraat aan de ene kant en de andere kant niet.
Hoe moet ik hier verder?

Hopelijk heeft u voor mij een duidelijk antwoord! :)

Greetz
Banks

Banks
7-7-2014

Antwoord

Bij x2+9x=-x2+9 gaat het verder met op nul herleiden:

2x2+9x-9=0

...en dan kwadraatafsplitsen of de ABC-formule.

Bij 6x2=14-4x idemdito:

6x2+4x-14=0
3x2+2x-7=0

...en dan kwadraatafsplitsen of de ABC-formule.

Zou dat lukken?

WvR
7-7-2014


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#73535 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo