WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Functievoorschrift van een tweedegraads functie

Als volgt:

Bepaal de tweedegraads vergelijking van de grafiek die gaat door de punten (4,1), (1,1) en (2,2)

Hoewel ik tot een goede oplossing kwam, ben ik niet helemaal zeker van mijn redenering...

Mijn oplossing:

Uit de gegeven informatie kun je opmaken dat het hier gaat
om een bergparabool met twee nulpunten, d.w.z. X1 en X2 bestaan.
Dan geldt dus: F(x) = a(X-X1)(X-X2)
Je weet ook dat a negatief moet zijn.

Omdat F(1) = F(4) = 1, kun je dus stellen:

a(X-1)(X-4) = 1

Omdat (2,2) een punt is op de grafiek, Stellen we X op 2:

a(2-1)(2-4) = 1
-2a = 1
a = -1/2

Maar: F(2) = 2

Dus: F(X) = -1/2(X-1)(X-4) + 1

Is mijn beredenering/benadering juist?

vrgr,

W. van Bentum

Willem van Bentum
8-2-2003

Antwoord

a(X-1)(X-4) = 1
Dit klopt niet in je redenering.
Als namelijk x=1 dan komt hier 0 uit !
Bovendien ga je bij deze formulering er van uit dat er twee nulpunten zijn.

Normaal zou ik zeggen neem als uitgangspunt y = f(x)=a·x2 + b·x + c
(4,1) invullen levert 1 = 16a + 4b + c (1)
(1,1) invullen levert 1 = a + b + c (2)
(2,2) invullen levert 2 = 4a + 2b + c (3)

Bekijk nu vergelijkingen (1) - (2) en (3) - (2)
15a + 3b = 0 (ofwel 5a + b = 0) en 3a + b = 1
Hieruit los je a en b op. Dus a=-1/2 , b=21/2 en c=-1


Wanneer je jouw manier wil gebruiken kan dat toevallig omdat je twee punten op gelijke hoogte (1) hebt.
Dus je mag zeggen: Y = F(X) = a(X-1)(X-4) + 1
(2,2) moet erop liggen en dat levert inderdaad a=-1/2

Niettemin is de manier waarop je het opschrijft onjuist.

Met vriendelijke groet

JaDeX

jadex
8-2-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#7348 - Functies en grafieken - Student hbo