In het boek staan twee grafieken van f(x)= x3 en g(x)=x6.
de grafieken snijden elkaar in de punten (0,0) en(1,1).
ik heb vraag a en b beantwoord.. maar ik snap vraag c niet.
c) er is een waarde van x tussen 0 en 1 waarvoor de grafieken precies dezelfde helling hebben. Voor welke waarde van x is dat het geval? Rond af op twee decimalen.saideh
29-4-2014
Je hebt de afgeleide van f en g nodig... en als de helling gelijk is moet je een waarde voor 'x' vinden zodat f'(x)=g'(x). Daar gaat ie:
3x2=6x5
6x5-3x2=0
3x2(2x3-1)=0
3x2=0 of 2x3-1=0
x=0 of 2x3=1
x=0 of x3=$\frac{1}{2}$
x=0 of x$\approx$...
..en dat laatste zal je wel weten uit te rekenen toch?
WvR
30-4-2014
#72790 - Differentiëren - Leerling bovenbouw havo-vwo