moet ik bij opgave a de vector AB in het negatieve gedeelte van het assenstelsel tekenen? want als ik eerst de punten uitteken, kom ik niet in het negatieve? want jij schrijft je gaat 3 naar links en 2 naar bovenjejej
11-11-2013
In een aantal reacties geef je aan dat je de tekening niet kunt maken, met enkele aanvullende vragen. Ik laat zien hoe je vraag b kunt aanpakken.
Het assenstelsel ziet er zo uit:
Ik heb de vectoren AC en AD getekend. Je moet deze vectoren optellen. Hiervoor maak je een parallellogram zoals je in de figuur ziet. Je kunt ook zeggen: op de punt van vector AC teken ik eenzelfde vector als AD: evenwijdig en even lang. Andersom mag ook: op de punt van AD teken je eenzelfde vector als AC. In beide gevallen kom je in punt F terecht.
Je vroeg of je helemaal niet hoeft te rekenen met formules. Je moet de coördinaten van F wel berekenen, maar met de tekening zie je gelijk wat de formules zijn:Je vroeg ook of vector AB in het gebied links van de y-as ligt. Het antwoord is: nee. Punt B ligt op de y-as, AB loopt van A naar B.
- xF=xA+ (xC-xA) + (xD-xA)
dus:
xF=3 + (6-3) + (17/2-3)- yF=yA+ (yC-yA) + (yD-yA)
Maak je zelf de berekening af en probeer je zelf de tekening te maken voor vraag a en vraag c?
GHvD
11-11-2013
#71372 - Lineaire algebra - 3de graad ASO